Bijna 35.000 vissen de polder in via vispassages Poortvliet en Ouwerkerk
De vissen komen van -pak 'm beet- februari tot juli vanuit alle streken van de wereld via de Ooster- en Westerschelde aanzwemmen om te paaien, gelokt door zoet water dat uit de gemalen stroomt. Niet alleen de populaire paling, maar ook de 'minder toffe soorten' die voor de waterkwaliteit even zo goed van groot belang zijn, schetst visstandbeheerder Marius van Wingerden van Waterschap Scheldestromen. "Zoals de driedoornige stekelbaars, spiering, brakwatergrondel en bot."
De natuurlijke vistrek is door waterkunstwerken als gemalen en stuwen in het gedrang gekomen. De vispassages zijn het antwoord daarop. Behalve de dertien grote vispassages en vier aalgoten die er nu liggen, worden ook steeds meer voorzieningen in het achterland getroffen zodat de vissen zich in de polder vrijelijk kunnen bewegen.
Jaarlijks wordt de migratie bij een aantal vispassages geteld om te kijken of ze wel werken. Daarnaast wordt her en der gekeken wat er nu eigenlijk precies rondzwemt. Dat onderzoek is dit jaar bij de binnendijkse vispassage Buthduiker bij Axel uitgevoerd. Dat leverde een gevarieerd plaatje op: negen soorten (van baars tot kolblie) en van formaat uk tot 70 centimeter grote vis.
bron: PZC